En dan weet je het zeker: je mist je oude Panda

image3

Enkele jaren geleden kocht ik een Fiat Panda 1000 Sie. Een exemplaar uit 1990 met slechts 45.000 aantoonbare kilometers. Volgens de verkoper ‘van een oud vrouwtje’, wat werd bevestigd door de dealer waarmee ik contact op nam toen ik deze vond in het onderhoudsboekje. “Ja hoor, altijd keurig bij ons in onderhoud geweest, was er zuinig op!”. Een jaar later wilde ik weer eens wat anders en werd de Panda verkocht.

Dat laatst gebeurt bij mij wel vaker. Hoe leuk een auto ook is, na verloop van tijd wil ik weer wat anders en weet ik honderd-en-één redenen op te noemen waarom ‘die nieuwe’ toch veel beter, handiger, voordeliger of leuker is. Zo verdwenen vele leuke auto’s, van Punto Abarth tot Lancia Fulvia, van Alfa Romeo Spider tot (kuch) Porsche 944 S2. Sommige mis ik nog wel eens, andere amper. Wat daar voor zorgt? Geen idee, puur een gevoelskwestie denk ik, want het zijn niet eens de meest bijzondere auto’s die ik het meest mis.

6

Één van de auto’s waarbij ik geregeld spijt heb van de verkoop is bovenstaande Fiat Panda. Juist, de goedkoopste auto die ik ooit gehad heb. Gelukkig zag Italofiel (en tevens vader) Gert dat ook en kocht hij de auto destijds van me. Door toeval heb ik de Panda nu enkele dagen onder mijn hoede (foto bovenaan) en ik kan het nu bevestigen: wat mis ik dat blokkendoosje! Karakter, een berg ruimte (achter de voorstoelen geen bank maar een soort Perzisch tapijt voor hond Amber) en vooral: een auto zonder pretenties en verwachtingen. Heerlijk!

Aangezien Gert dezelfde drang naar wisselingen in het wagenpark heeft als ik, heb ik goede hoop dat het apparaatje een keer naar mij terugkeert en dan weet ik zeker dat ik de verleiding tot verkopen de volgende keer moet en kan weerstaan.