Pizza a Milano: in 24 uur retourtje Milaan

Enkele maanden geleden zit ik met twee vrienden, Jeroen Hoogen en Eric Barink, te eten in een restaurant. Alle beschikbare gangen worden genuttigd en het wijn-arrangement maakt het af. De kosten? Met wat fooi er bij exact driehonderd euro. Hoewel het niet eens een schrikbarend bedrag is voor een uitgebreid diner roept Jeroen ineens: ‘Voor dat geld kunnen we ook wel in Milaan een pizza eten!’ We kijken elkaar aan en een idee is geboren.

Als we een paar dagen later aan het rekenen slaan, komen we tot de conclusie dat het te doen moet zijn, al moeten we dan met een benzineauto wel een gemiddeld verbruik van zo’n 1 op 15 zien te halen. Dat klinkt makkelijk, maar om binnen 24 uur weer terug te zijn kunnen we ook niet de hele tijd met honderd over de rechterbaan sukkelen. Geen van de eigen auto’s leent zich voor deze budget-trip en dus wordt er voor deze speciale gelegenheid een nieuwe Fiat 500X 1.0 Firefly Turbo opgehaald. Met de nieuwe driecilinder van deze Fiat zou het theoretisch gezien moeten lukken, al is de opgegeven waarde van 5,1 liter per 100 kilometer op buitenwegen natuurlijk gemeten met snelheden tussen de 80 en 100 km/u, geen 120 of 130. Met een mix van rekenen en een beetje gokken, komen we tot de conclusie dat 1 op 15 dan wel moet lukken. Enkele maanden geleden was ik in Milaan bij restaurant Gino Sorbillo. Dat staat te boek als de pizzeria die in Napels de Margherita heeft uitgevonden. Ze serveren er waanzinnig goede pizza’s voor normale bedragen, dat lijkt ons dus een mooi einddoel. Drie pizza’s met eenzelfde aantal drankjes schatten we in op veertig euro.

De start is in Zevenaar, in de buurt van Arnhem en nabij de Duitse grens, omdat hier het hoofdkwartier van CorsaItalia is gevestigd. Aan boord hebben we al een zak broodjes, een pak salami en kaas, de nodige flesjes water en wat energiedrank voor de nachtelijke weg terug. Kosten: € 15. Aan contanten gaat er € 285 mee, daar moet het dus allemaal mee gaan gebeuren.

Het is vrijdagochtend 07.00 uur als het team zich verzamelt bij de plaatselijke Shell om de auto vol te tanken. We starten vol en aan het eind tanken we de 500X weer af, zodat we exact weten wat we verbruikt hebben, wel zo eerlijk. Het plan de campagne wordt nog eens doorgenomen en de routeplanner wordt geraadpleegd om erachter te komen of er geen extreme files of omleidingen zijn. Dat kunnen we namelijk zowel budgettechnisch als qua tijd beslist niet gebruiken. Het lijkt een voorbeeldige vrijdagochtend te zijn, gelukkig. Na twee koppen koffie die nog buiten het budget vallen, rijden we naar de dichtstbijzijnde geldautomaat en pin ik om 07.58 uur € 290. Briefjes van vijf geeft het apparaat niet dus hebben we vijf euro extra voor noodgevallen. Om exact 08.00 uur rijden we weg, vol energie en zin om dit te laten slagen en 968 kilometer voor de boeg. Andiamo!

Eenmaal op de snelweg krijgen we een eindtijd van 17:33 uur op het scherm. Volgens onze planning zouden we rond 18:30 uur moeten aankomen om ons niet al te veel te hoeven haasten. De eerste kilometers rijden we bijzonder rustig, even ontdekken wat het verbruik is bij verschillende snelheden. Je wilt natuurlijk niet dat je er na twee uur achter komt dat je veel te veel aan het verbruiken bent en de kans van slagen met de kilometer kleiner wordt. Zoals bijna iedere auto heeft ook de 500X een magische zuinigheidsgrens bij 100 á 110 km/u, daarboven gaat het ineens wat harder met het verbruik. Bij 100 km/u ga je vrij moeiteloos naar de 1 op 18, maar met die snelheid (die je met drukte, files en ‘Baustellen’ niet als gemiddelde haalt) zijn we waarschijnlijk niet op tijd voor de pizza. We besluiten tegen de 120 aan te houden. Het verbruik is met gemiddeld dik 1 op 15 niet verkeerd, tot we na anderhalf uur worden geconfronteerd met de nodige werk-aan-de-weg situaties en andere vertraging. Achter het stuur zit Eric, die keurig rijdt, maar zelf een automaat heeft, zodat Jeroen en ik  zo nu en dan even ‘Eric, schakelen!’ moeten roepen om duidelijk te maken dat de 500X ook een zesde verzet heeft. Daar gaan weer enkele druppels vloeibaar goud… De aankomsttijd loopt al snel op naar een uurtje of zes, maar dat komt niet door Eric. 

Als achtergrondmuziek dient Spotify, dat zich door middel van Apple CarPlay uitstekend laat bedienen via het scherm in de auto. Rond tien uur wordt Jeroen’s telefoon afgekoppeld en mag mijn account het nieuwe album van Eros Ramazzotti ten gehore brengen. Voor eventjes dan, met een harde cut begint plotseling ‘Handjes draaien’ van K3 te spelen. Het thuisfront (lees: Rosa van 2 jaar oud) is kennelijk ook ingelogd en heeft niet door dat ze een ander apparaat aan het bedienen is dan de televisie thuis. De stemming zit er in ieder geval goed in en we besluiten het nummer uit beleefdheid maar even af te luisteren en mee te zingen. 

Rond 12.30 is het tijd voor de meegenomen lunch. Drie mannen die een leuke dag voor de boeg hebben kunnen niet overal aan denken. Aldus moeten we het stellen zonder boter en zonder mes. Het gebrek aan boter scheelt natuurlijk wel weer in het budget. Langs de Autobahn eten we in recordtempo de broodjes op en constateren we dat er nog 571 kilometer te gaan is. De aankomsttijd is inmiddels al aardig richting 18:30 aan het oplopen, omdat het navigatiesysteem er vanuit gaat dat je in Duitsland een beetje doorrijdt. Met 110 tot 120 km/u raak je simpelweg achter op schema. Een beetje extra gas erbij dus maar, want als we zo doorgaan is het tijdschema een grotere bedreiging dan het budget. De tank is nog niet leeg maar we besluiten een afslag te pakken en in een dorp te tanken, dat scheelt een stuk met een benzinestation direct aan de snelweg. Toch betalen we nog € 1,44 voor een liter brandstof. Na 598,9 kilometer gaat er 40,51 liter in de 500X, een gemiddelde 1 op 14,8. Vreemd genoeg net wat minder dan de boordcomputer aangeeft (1 op 14,5), maar je hoort ons niet klagen. Het wordt wel een flinke hap uit het budget, met voor € 58,29 aan benzine en een  € 36,50 kostend Zwitsers Autobahnvignet. De uitgaventeller staat inmiddels op € 109,79 als Jeroen achter het stuur kruipt en we de route weer oppakken. Wat volgt zijn enkele uren zonder tegenvallers met een hoop lol en prachtige gesprekken. Alleen dáárvoor is een dergelijke vriendentrip  al een aanrader. De flesjes water vliegen erdoor en tweederde van de bemanning dringt aan op een sanitaire stop. Een discussiepunt volgt want de twee heren willen het liefst de eerste de beste stop-mogelijkheid. In Duitsland betaal je echter overal € 0,70 en dat is zonde van het budget, al kun je daarmee vijftig cent korting krijgen op Marsen, Bratwurst en andere dingen die we niet nodig hebben. Een vroegtijdig aangekondigde McDonalds biedt soelaas: een schoon toilet en nog gratis ook! Onverwachte (althans, niet aan gedachte) kosten dienen zich aan: voor het eerste stuk Italiaanse snelweg dient € 2,30 tol te worden betaald, niet veel later mogen we nog eens € 1,70 achterlaten bij een vriendelijke dame. Zelden zal ze drie mannen zo moeilijk hebben zien kijken bij het aftikken van zó’n klein bedrag.

Het is inmiddels 19.15 uur als we Milaan naderen, midden in de avondspits. Als niet zo welkome kers op de taart is er in het centrum een ongeluk gebeurd met een toeristentram en moeten we een flink eind omrijden. Een tergend langzaam deel van onze reis volgt, maar we beseffen ook dat we iets meemaken wat we alle drie niet snel zullen vergeten: ‘s ochtends alledrie nog thuis, nu in een bruisend Milaan waar de ene claxon nog harder klinkt dan de andere en we door ons gedwongen trage tempo alle tijd hebben om de stad en de mensen in ons op te nemen. Gezien de tijd besluiten we niet aan de rand van de stad te parkeren om geld te besparen, maar om vlakbij het restaurant een ondergrondse parkeergarage in te duiken. Het is 20:30 uur als we in de rij staan bij Ristorante Gino Sorbillo, aan de Largo Corsia dei Servi. In de rij inderdaad, dat is standaard bij deze formidabele tent. De heren maken zich enigszins zorgen maar ik weet ze gerust te stellen door te zeggen dat dit hier altijd zo is en dat we met een kwartier binnen zullen zijn. Het blijkt een Italiaans kwartiertje te zijn maar iets voor negenen zitten we dan op de plek waar het allemaal om te doen is. Na nog eens  twintig minuten arriveert de pizza en dat is maar goed ook: volgens onze planning moeten we om 22:00 uur weer in de auto zitten om de terugweg in tien uur te kunnen klaren. Voor de heenweg hadden we dat ook in gedachten, dat werd echter dik twaalf uur, geen tijd te verliezen dus. Toch genieten we volop van deze typisch Napolitaanse pizza. Een wat zachtere rand en volle smaak. We kijken om ons een en realiseren ons dat maar weinig mensen in dit overvolle restaurant een autoreis van bijna duizend kilometer achter de rug hebben om hier een pizza te eten en diezelfde afstand zo weer als toetje tegoed hebben. We vertellen het aan de ober, maar die denkt eerst dat ons Italiaans niet goed is en we iets anders zeggen dan we bedoelen. Als het dan toch eindelijk tot hem doordringt, lacht hij vol ongeloof; hij vindt het schitterend. Om stipt 22:00 uur lopen we terug naar de auto, na € 54,90 achter te hebben gelaten bij het etablissement. Meer dan begroot, maar we hadden het eigenlijk kunnen verwachten, we hadden echt een tweede rondje drankjes nodig en voor een cola betaal je er € 3,50. En natuurlijk hadden we ook niet gedacht aan de servicekosten van € 2 p.p. Een tussenstand van de financiën? Exact € 168,69 en dan moet de terugweg nog beginnen. Niet veel later wachten ook weer kosten: alleen na achterlating van € 5,70 mogen we weer de parkeergarage uit. 

We rijden weg uit Milaan en nemen even een alternatief traject om de tweede keer tol betalen te vermijden. Een lastige keus want we hebben met die route slechts 14 minuten speling op 968 kilometer. Tijdens de terugweg zullen we minder kans op vertraging hebben, maar met ons niet al te hoge tempo gokken we sowieso al een minuut of vijf tot tien te verliezen op de Autobahn. We zijn in Zwitserland als we ond 02:00 uur weer moeten tanken. Er verdwijnt 44,12 liter peut in de 500X. Met 690 gereden kilometers betekent dat een gemiddelde van ruim 1 op 15,5. Ons budget vliegt er inmiddels met lekker tempo doorheen; teller staat inmiddels op € 168,69 plus € 5,70 parkeerkosten en € 61,81 voor de tweede tank brandstof, in totaal € 236,20. Nog € 63,80 om de auto straks in Nederland af te tanken en we moeten nog 663 kilometer rijden. Oftewel: we moeten straks na bijna net zoveel kilometers in het veel duurdere Nederland tanken voor ongeveer hetzelfde geld als deze tankbeurt gekost heeft.

DE AUTO
Ons vervoer voor deze trip was een Fiat 500X met de nieuwe driecilinder. Een uiterst plezierige motor voor lange snelwegtrips, zo blijkt. Met 120 pk is de Fiat vlot genoeg en bovendien word je bij vlot accelereren ook nog eens getrakteerd op eena leuke driecilinder-roffel. Verder is de motor erg rustig en bovendien dus ook nog eens zuinig. Tijdens onze trip reden we in totaal 1970.3 kilometer en verbruikten we 129,15 liter brandstof. Dat betekent een gemiddeld verbruik van 1 liter op 15,26 km, oftewel 6,55 liter per 100 kilometer. 

Gelukkig hebben we in Italië wat tijd goed gemaakt door de complete afwezigheid van medeweggebruikers. De aankomsttijd is inmiddels 07:47 uur en dus hebben we nog dertien minuten speling. De rit die volgt is best pittig en dan bedoel ik niet het tempo. Alledrie zijn we sinds de vorige ochtend een uurtje of zes op en hebben we amper geslapen. De energiedrank gaat er rapper door dan de benzine. Om en om slapen we op de achterbank, de twee personen voorin slagen er gelukkig in wakker te blijven. Zoals verwacht lopen ehhh… rijden we in Duitsland achter de feiten aan, door de lagere snelheid dan het Fiat-navigatiesysteem van ons verwacht. Ook ik besluit even te slapen en na 2,5 uur wordt ik weer wakker, waarop mijn oog direct naar het scherm wordt getrokken. Rond half vijf in de ochtend gokt de boordcomputer dat we nog 386 kilometer met de tank kunnen. Volgens de navigatie moeten we er nog 364 afleggen en komen we om 07:55 uur aan. Hm, dat lijkt toch krap te worden. Rijden met 24 kilometer actieradius is niet onze favoriete bezigheid, maar zuinig doorsukkelen kunnen we ons ook niet veroorloven, met slechts vijf minuten speling en voornamelijk ‘onbegrensde snelweg’ voor ons. Hoewel stoppen eigenlijk geen optie meer is, moet er toch nog een pauze worden ingelast, de energiedranken weten de blaas in recordtempo te vinden en te vullen. Om het budget iets minder te belasten, besluiten we de tank nog maar even tegen Duits tarief vol te gooien, Dan valt het eindbedrag straks in het dure Nederland net iets lager uit. Inderdaad, ook centen beginnen nu mee te tellen… Het budget slinkt van € 63,80 naar € 22,57 en Jeroen mag de laatste stint van 190 kilometer voor zijn rekening nemen. De verwachte aankomsttijd is inmiddels 07:59 uur. Als ik het gemiddeld verbruik tot nu toe combineer met de Nederlandse brandstofprijs en de af te leggen afstand is er maar één advies richting de bestuurder: ‘Probeer de aankomsttijd te handhaven, met de laagst mogelijke snelheid die daarvoor nodig is.’ Jeroen neemt zijn taak serieus en weet op vlotte maar ook anticiperende wijze wat tijd goed te maken, zonder extra brandstof te verbruiken.

Het wordt licht als we op slechts veertig minuten van het einddoel toch nog in de knoop komen. De afslag bij Oberhausen is afgesloten vanwege een pechgeval en we moeten omrijden. Dit gaat ons toch niet gebeuren? Denk je het net te halen en gooit zo’n niet te voorziene verkeerssituatie roet in het eten! De zelfs na drie-en-twintig-en-een-half uur nog steeds opperbeste stemming zakt in luttele seconden diept onder het vriespunt. Rekenen, kijken op het horloge, nog meer rekenen, brandstofverbruik analyseren en weer op het horloge kijken resulteren in een hoopgevende conclusie: ‘Als we rustig blijven rijden halen we door de extra vijftien kilometer het budget nèt niet èn komen we nèt over acht aan. Gas geven zal resulteren in wat extra kosten, maar dan kunnen we misschien wel de limiet van 24 uur halen.’ We besluiten met een gezonde dosis teleurstelling voor die laatste optie te kiezen. Een ijzingwekkend stil half uur volgt. De aankomsttijd kruipt net wat sneller dan verwacht terug richting acht uur en we krijgen hoop. Als we nog een kilometer of twee te gaan hebben en de aankomsttijd op exact 08:00 uur staat bespreken we de strategie: ‘Jeroen, vlot doorrijden tot de pomp, de opening zit rechts. Eric, jij houdt je telefoon in de aanslag, we tanken zo live op Facebook!’ Het is 07:59 als het vulpistool in de opening van de 500X verdwijnt, live is te volgen dat om 08:00.30 het pistool ‘afklikt’: € 25,66, drie euro en negen cent te veel dus. Hoewel we de tijd gehaald hebben en de extra kosten eigenlijk alleen aan de laaste tegenvaller te wijten zijn, zijn Eric en Jeroen getuige van een zeldzaam chagrijnige Carlo: ‘Het is halen of niet halen, een “beetje halen” valt ook gewoon onder de categorie “niet gelukt”.’ 

Als de heren even later met een brede grijns een beker koffie onder mijn neus drukken keert het goede humeur vrijwel direct terug. We praten nog even na over de fantastische trip, de lol en het feit dat we het toch wel een beetje gehaald hebben. Als ik de heren even later afzet bij hun eigen Fiats draai ik mijn raampje open en roep ik: ‘Volgende week weer jongens? Ik neem wel een colaatje minder!’

Kosten
Op Facebook hebben we de hele rit live-updates geplaastst, om compleet eerlijk verslag te doen, met bonnetjes en al. Hieronder een opsomming van de kosten die we hebben gemaakt.
• Lunch en drinken voor onderweg. € 15,-
• Brandstof 1, 598.9 km, 40,51 liter. € 58,29
• Vignet voor Zwitserland. € 36,50
• Tol Italië. € 4,-
• Restaurant Gino Sorbillo € 54,90
• Parkeergeld Milaan € 5,70
• Brandstof 2, 690.0 km, 44,12 liter. € 61,81
• Brandstof 3, 473.5 km, 29,68 liter. € 41,23
• Brandstof 4, 207.9 km, 14,84 liter. € 25,66
Totaal uitgegeven: € 303,09

Dit artikel is in 2019 gemaakt. Met de huidige benzineprijzen waren we wat meer geld kwijt geweest. Overbodig te vermelden dat dit pré-Corona was.