Video: de gouden dagen van Alfa Romeo in de DTM

Alfa-Romeo-155-2.5-V6-TI-DTM-1993-Touring-Car-rain-890x593
In veel perioden van de autosport heeft Alfa Romeo ‘gloriejaren’ gekend. Niet alleen in de jaren ’50 met Juan Manuel Fangio, maar later ook met de Giulia Sprint GTA’s. Je weet wel: die heerlijke ‘Brievenbusjes’ die op vrijwel alle circuits heer en meester waren. Daarna was het even rustig tot de Alfa Romeo 155 begin jaren ’90 de schrik van het DTM kampioenschap was.

1993 was het meest succesvolle jaar voor de 155’s waarbij Nicola Larini en Alessandro Nannini voor veel triomfen wisten te zorgen in hun 155 V6 Ti’s. Nannini deed het niet verkeerd, maar het was Larini die de ster van het seizoen werd en andere grootheden als Roland Asch, Bernd Schneider, Klaus Ludwig en Uwe Alzen achter zich liet door 11 van de 22 races te winnen. Die heren reden ook allemaal in ‘Sterren’ met een hoofdletter overigens, om precies te zijn van het type 190E 2.5-16 Evo II. Opel Omega’s en BMW M3’s deden wel mee maar hadden weinig in de melk te brokkelen.

Niet héél veel later kwamen de DTM-auto’s verder van de normale ‘serie-auto’s’ te staan waardoor het voor veel liefhebbers en publiek minder interessant werd.

Jeroen, bedankt voor de tip!

  1. Was op mijn 20e zo ongelooflijk idolaat van Alfa Romeo dat ik bij het behalen van het kampioenschap in 1993 wel een traantje heb weggepinkt, de enige keer ooit dat ik dat bij een sportgebeurtenis heb gedaan. Dat mijn ouders in de zomer van 1993 als opvolger van de grandioze 90 V6 een 155 V6 kochten was leuk,maar bij mijn weten was er bij de TI al in het begin van de DTM weinig meer hetzelfde als bij de consumenten V6, laat staan op het einde met maar liefst 415 pk.

    Ik telde altijd de rode Alfa’s (en de arancia van Bartels) in verhouding tot de enorme Duitse overmacht. Machtig om te zien hoe de aartsvijand van Alfa Romeo in eigen huis klop kreeg, maar ik was woest toen Larini in het volgende seizoen het kampioenschap liet glippen door zijn temperament. Het laffe BMW schitterde overigens door afwezigheid.

  2. Zo’n beetje de laatste sportieve ambities van Alfa. Hoe schrijnend om te zien dat Alfa momenteel bij de 1% van de automerken behoort die geen autosportprogramma heeft. (samen met merken als Lancia en Smart) Zelfs Lada en Dacia hebben een heus autosportprogramma.

    Het moet niet meer nodig zijn voor Alfa om in een folder van een nieuw model telkens terug te moeten grijpen naar de zestiger jaren toch? Dat terwijl de “duitse overmacht” wel een wereldwijd volledig autosportprogramma heeft. Met name Audi en BMW.

    Privateers laten Alfa ook massaal links liggen , op een enkele australier op Bathurst na.
    Kom Fiat! Boor eens een 1400 multi-air op naar 1600 en geef Alfa minimaal zijn WTCC programma terug. Heel duur hoeft dat niet te zijn. (zie projecten van Lada en Ford) En bel anders de familie Sipz weer op zodat je het kunt uitbesteden. Geef ze toegang tot je magazijn en zij doen de rest. 😉

  3. De reden dat Alfa niet meer als fabriek aan autosport doet is heel simpel, de heer De Montezemolo is bang dat Alfa dan succesvoller zou zijn dan Ferrari en dat is niet goed voor het imago. Ze krijgen er geen toestemming en dus ook geen budget voor…

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *