Walter Rörhl weg van Giulia GTAm

Bijna kocht hij er eentje na zijn test met de Alfa Romeo Giulia GTAm. Hij was net te laat, en de prijs was een dingetje. In een zeer uitvoerige test heeft hij het over zijn bevindingen met de über-Giulia. Als rallylegende die al decennia testcoureur is voor Porsche snapt hij de kopers van een GTAm.

Walter Rörhl, de man met een rally-cv om ‘u’ tegen te zeggen. Hij begon in 1973 aan het wereldkampioenschap rally in een Opel Ascona maar zijn eerste échte succes was met Fiat. In 1980 werd hij wereldkampioen in een Fiat 131 Abarth. Dat deed hij in 1982 nog eens over in een Opel Ascona 400 en in 1983 lukte het hem bijna in een Lancia 037, hij werd tweede. De jaren er na reed hij voor Audi en lukte het hem (net) niet meer om voor de gouden beker te gaan. Een lange carrière volgde, met onder andere Pikes Peak en het DTM als respectabele raceklassen. Na zijn actieve rally- en racecarrière werd hij testrijder voor Porsche. In die hoedanigheid kreeg hij nog meer respect dan hij al had en is Rörhl een graag geziene gast bij autosportevenementen.

Zeg Alfa Romeo en Walter begint te glimlachen. In het prettig geschreven artikel gaat zijn herinnering terug naar 1965. In dat jaar wil de 18-jarige Walter, net in het bezit van een rijbewijs, samen met neef Manfred met een Giulia Super 1600 een reis naar Sicilië maken. Natuurlijk niet zonder vlak voor vertrek een setje 45 Webers te monteren, 98 pk was te weinig, het moest minimaal 100 zijn. De reclame zei destijds ‘Een familie-auto die races wint’ en Auto Motor und Sport waarschuwde dat je de Giulia met gepaste rechtervoet moest rijden, om het andere verkeer geen angst aan te jagen. Precies de uitingen die er voor zorgde dat team Röhrl-Clan de Giulia de perfecte reisauto vond.
Helaas kwam het niet zo ver. Net voor vertrek overleed Walters elf jaar oudere broer Michael bij een verkeersongeluk met zijn Porsche 356. Een enorme klap voor de familie en moeder Rörhl was heel erg duidelijk dat de andere zoon niet met ‘een familie-auto die races wint’ naar Sicilië ging.

Na heftig overleg met mama mocht de reis toch gemaakt worden. Met een Mercedes-Benz 180 D met 55 pk. Daar kon geen mens onredelijke dingen mee doen, zelfs Walter en Manfred niet. Ruim 10.000 kilometer legden de heren af, zonder woord Italiaans, zonder Alfa. Maar de liefde voor het merk was geboren.

De Giulia GTAm is er eentje waar Rörhl enthousiast over is. Dat lees je in het zeer enthousiaste stuk op walter-magazin.de. Zo enthousiast zelfs dat hij de folder al in huis heeft: ‘Ik heb er echt over nagedacht, de folder al doorgebladerd. Maar die prijs… Bijna 180.000 euro (in Nederland bijna 230.000), daar koop je bijna twee BMW M4’s voor. En die zijn perfect. Maar de Alfa, die bezorgt me zo’n lach, zo veel emotie. Maar perfect is hij niet. Het differentieel doet geen twee keer hetzelfde, en waar moet ik hier in de regio onderhoud laten plegen? Maar heel eerlijk: als het geld niet uitmaakt, dan moet je zo’n auto kopen.’

De schrijver van het interview, Thomas Senn, sluit af: ‘Als je Walter Rörhl zover krijgt dat hij overweegt een auto voor zijn privé wagenpark te kopen, tussen Porsches RS, SC, Carrera, RS en Turbo dan heb je een goede auto gebouwd. En zie je zijn hart open gaan bij de Alfa dan weet je dat helemaal zeker.’