De Alfa Romeo 4C is wat ons betreft één van de meest geslaagde kanshebbers voor de titel ‘klassieker van de toekomst’. Gebouwd volgens klassiek recept (licht en zonder poespas), geen al te hoge productieaantallen en rijplezier dat van een zeldzaam niveau is. Amerika zwaait de 4C uit met een speciale uitvoering, de Tributo 33 Stradale.
Er zijn snellere auto’s, er zijn krachtigere auto’s, er zijn auto’s die harder de hoek om kunnen. Dat gezegd hebbende is de 4C in onze ogen een auto met een waanzinnig ’totaalpakket’ voor de autoliefhebber. We betreuren het dan ook dat de 4C uit de prijslijst geschrapt is, bestellen is al een tijdje niet meer mogelijk.
In Amerika is de 4C nog wél leverbaar, daar komt het merk nu zelfs met een speciale versie, vermoedelijk de uitzwaai-editie. De Tributo 33 Stradale is een eerbetoon aan de Alfa Romeo Tipo 33 Stradale, één van de meest begerenswaardige klassiekers die er is, uitgerust met 2.0 liter V8. Grote kans dat, als je er in het museum in Milaan naar hebt staan kijken, je het met ons eens bent.
De Tributo 33 Stradale is te herkennen aan de speciale kleur, Rosso Villa d’Este. Deze kleur is sinds 2020 ook leverbaar op de Giulia en daardoor kunnen we uit ervaring zeggen dat het een prachtige, diep rode kleur is en fantastisch moet staan op de 4C. Ook de carbon monocoque is ondergedompeld in rode lak, je neemt dus plaats in een kuip waar je door de transparante rode kleur het carbon ziet. Nu we toch binnen zijn: bruin leder met zwart suède herinnert aan vervlogen tijden, het dashboard dat bekleed is met leder en bruine stiksels maakt het af. Op de sierlijst voor de passagier is te lezen dat het om een speciale editie gaat, net als op de speciale badge op de middentunnel.
Verder hoef je je bij de 4C Tributo 33 Stradale geen zorgen te maken over de uitrusting. Bi-xenon, het optionele sportonderstel, Akrapovič-uitlaat, spiegelkappen met ’tricolore’s’ en wielen die zijn uitgevoerd in een soort klassiek ‘goudgrijs’ maken de klassieke look af. Het aantal dat er van gemaakt worden? Je raadt het al: 33.