Alles went, zeggen ze. Bijna altijd is dat waar en zelfs een Ferrari ophalen voor een testrit begint na een aantal eerdere keren voor minder kriebels in de maag te zorgen. Tot je de sleutel van het nieuwe vlaggenschip in je hand gedrukt krijgt en je de beschikking hebt over 800 pk’s, die via de achterwielen maar al te graag hun best willen doen.
Tekst en fotografie: Carlo te Lintelo
Oog in oog met een gele Ferrari 812 Superfast, dat gebeurt niet iedere dag. Het is ook nog eens felgeel. Geen laf zachtgeel of een oranje-achtig tintje, maar écht geel, dat nog net geen pijn aan je netvlies veroorzaakt. Zoals gebruikelijk moet ik eerst even door wat papierwerk heen en een handtekening zetten, voor de nieuwe supercar mee mag. Na tien minuten die een uur lijken te zijn, krijg ik de rode sleutel in de hand gedrukt en mag het raspaard na een korte uitleg mee. Ik druk de startknop in en een gil die door merg en been gaat weerkaatst tegen de glazen gevel van Kroymans, alsof de machtige V12 wakker schrikt uit een diepe slaap. Slapen doet nu vast niemand meer aan de Soestdijkerstraatweg in Hilversum, ook niet als na een seconde het stationair toerental voor wat minder kabaal zorgt. Voorzichtig rijd ik het terrein af, me volledig realiserend dat ik met ruim vier ton in euro’s onderweg ben.
Het is een bijzondere rit; zelden voelde ik me zo bekeken als met deze kanariegele Ferrari. Iedereen kijkt, de ene helft met een overduidelijk goedkeurende blik, de andere helft stiekem uit de ooghoeken loerend, om vooral niet te laten blijken dat ze de ultra-opvallende sportwagen wel degelijk gezien hebben. Een sportwagen is het inderdaad, geen Gran Turismo, alles is gemaakt voor pure snelheid. Zelfs in de rustige modus van de Manettino (de knop op het stuur) maakt de 812 een heftige indruk. Op de veelal keurig onderhouden snelwegen die in Nederland gebruikelijk zijn, voel je exact waar het intensieve vrachtverkeer voor spoorvorming heeft gezorgd. De stuurinrichting is ultra-communicatief en al net zo direct. Ferrari heeft er alles aan gedaan om de Superfast ook daadwerkelijk ‘super fast’ te maken. De enorme 6,5 liter V12, die grotendeels achter de vooras is gepositioneerd, levert 800 pk bij 8.500 toeren per minuut. Het koppel bedraagt 718 Nm en is bij 7.000 tpm beschikbaar. Je verwacht misschien dat deze kolos een flink gewicht met zich mee zeult, maar verrassend genoeg weegt de 812 slechts 1.525 kilogram!
Samen met collega Alex rij ik op de snelweg, waarbij mijn woonplaats op tien minuten van de grens een stukje Duitsland makkelijk maakt. In de achteruitkijkspiegel zie ik in de verte een Porsche Cayman aankomen, een grasgroene met de nodige ‘trackday’-racenummers. Het lijkt een gemodificeerde GT4 te zijn, maar zeker zijn we daar niet van. Zo’n GT4 heeft 385 pk en snelt in 4,4 seconden naar de 100, om er pas bij 295 km/u een punt achter te zetten. Geen kinderspel. De Duitse boxer nadert de achterbumper van de 812 en ik meen in de spiegel een voorzichtige grijns te zien. De bestuurder voor ons gaat opzij en ik kan tot aan de horizon kijken zonder dat er een andere auto te zien is. Ik trap het pedaal in en de achterzijde trekt richting asfalt. Wat volgt is een gevoel dat nog het meest moet denken aan onrealistische computerspelletjes. De acceleratie is bizar, de naald van de toerenteller vliegt naar 7.000 toeren. Het helse gehuil neemt bijna ongeloofwaardige vormen aan, het doet denken aan oude Formule 1 bolides. Een intens hysterisch janken is het, dat pas stopt als de toerenbegrenzer er bij 8.900 tpm klaar mee is. Een beetje autoliefhebber krijgt er bijna natte ogen van. Het enige dat ik voor mij zie is een paar witte strepen die in een punt eindigen, een stuur, de rechter schakelflipper en soms de achteruitkijkspiegel. De Cayman wordt in rap tempo kleiner, de eigenaar heeft vermoedelijk nooit een auto zo snel van zich af zien rijden. Op de meters kijk ik niet, de snelheid zal absurd zijn, de toerenteller is met dit geluid compleet overbodig. Als ik in de verte verkeer zie, haal ik de voet van het gas. Ik was vergeten dat Alex ook nog naast me zit, tot ik plotseling van de rechterstoel hoor: ‘Euh, dat was 330…’ Kennelijk hadden we nog 10 km/u over, maar het is mooi geweest. Pas nu het echt tot me doordringt wat er net is gebeurd, begint zich kippenvel af te tekenen op mijn armen. En op mijn rug. En mijn nek. Een tempo van 330 kilometer per uur is hard, snoeihard. Het is echter vooral het gemak waarmee waarop de Superfast je naar deze snelheid lanceert die ontzaglijk veel respect afdwingt. Als het tempo is gereduceerd tot een kilometer of 150, meldt de Cayman zich naast ons. De bestuurder lacht, grijnst en maakt met zijn schouders een gebaar waaruit blijkt dat hij niet helemaal beseft wat er zojuist gebeurde. Met een vriendelijke zwaai nemen we afscheid van elkaar en geeft hij gas , om langzaam uit het zicht te verdwijnen. Wat een schattig autootje eigenlijk, zo’n Cayman GT4…
Na deze explosie van paardenkrachten ligt de focus op het sturen met de 812. Als het op bochtenwerk aankomt, wordt pas echt duidelijk dat deze auto niet als GT is bedoeld. Je hebt het idee met een auto onderweg te zijn van drie- tot vierhonderd kilo minder, eentje die een stuurinrichting heeft die gedachten kan lezen. Alleen al overwégen om naar rechts te sturen resulteert in een directe koersverandering, bij wijze van spreken dan. Gaat het harder, wordt het alleen maar sterker. Als de banden goed op temperatuur zijn, is de 812 als je met het verstand erbij rijdt nauwelijks van zijn lijn te krijgen, de stuureigenschappen zijn fantastisch. Geef je echter in de sportmodus flink gas, voel je de achterwielen ook op een rechte weg doorslippen. Gebruik je in bochten het gaspedaal als een aan-uitknop, sta je zo achterstevoren; de achterbanden hebben het simpelweg erg zwaar met 800 pk. De systemen grijpen tijdens deze koude dag dan ook al vlot in, zodat ik het wijze besluit neem om de ‘alles-uit-stand’ van de stabiliteitscontrole te laten voor wat het is. Maar vergis je niet, als je het gaspedaal wél met beleid masseert, kun op een echt mooie slingerroute – zeldzaam in Nederland-drempelland – razend rap onderweg zijn en de legale snelheid ook aanhouden op plekken waar andere weggebruikers moeten capituleren. Dit is een geweldig communicatieve auto, eentje om het dagen in vol te houden!
Op de fotolocatie aangekomen hebben we eindelijk even tijd om de auto eens goed in ons op te nemen. Het is goed dat we met z’n tweeën zijn, want we vullen elkaar als we over de vorm oordelen. ‘Vind jij hem nou echt móói?’, vraagt Alex. Een goeie vraag, het is geen instant beauty, zoals sommige van zijn voorgangers dat wel waren. Modellen als de 250 GT, de 365 Daytona en de 550 Maranello zijn auto’s waar de verleidelijke, maar ook sobere pracht direct van af straalt. Daarna volgden de 599 GTB en de directe voorganger van de 812, de F12 Berlinetta. De 812 Superfast is anders, schreeuwt om aandacht. Op foto’s zie je vooral de knikken, de vouwen en de luchtinlaten maar zie je de auto echt, komen daar prachtige verhoudingen en een mooie lijnvoering bij, aspecten die je op foto’s vaak net even mist. De 812 is ook laag (1,27 meter) en bijna twee meter breed en daarmee imposant maar tegelijkertijd vrij gedrongen.
Ook ín de 812 gaat het er imponerend aan toe. De grote gele analoge toerenteller midden voor je neus wordt geflankeerd door compacte displays die je alles over de toestand van de auto en over de rit vertellen. In het midden van het dashboard is een scherm te vinden met alle multimedia, zoals Apple CarPlay en navigatie. Compleet niet interessant bij deze echte rijdersauto, dus snel door. Nog verder naar rechts heeft de passagier een eigen scherm, dat grotendeels dezelfde informatie biedt als het ‘echte dashboard’. Een leuke gimmick, maar voordelen, zoals ‘kun jij even kijken hoeveel actieradius we nog hebben?’, wegen denk ik niet op tegen nadelen als ‘schat, niet zo hard, je mag hier maar honderd!’.
Voor het overige is het interieur één grote explosie van leder, aluminium en knopjes. Heel veel knopjes… De testexemplaar heeft zwart met geel leder, op alle plekken. Niet helemaal mijn smaak, het past wat mij betreft iets beter bij een Lamborghini Gallardo. Deze gele raket zou ik hebben besteld met wat soberder zwart of desnoods donkerblauw interieur. Op het stuur is zoals gebruikelijk de startknop en de Manettino ondergebracht, waarmee je de verschillende rijmodi kunt selecteren. Ook vind je daar de twee knoppen waarmee je de richtingaanwijzers bedient. Het zal vast wennen als het je eigen auto is en je er regelmatig in rijdt, maar bij mij gaat het nog altijd mis als ik weer eens een paar dagen Ferrari mag rijden. Zo, dan heb ik het enige nadeel dat ik bij de 812 Superfast heb kunnen verzinnen ook gelijk gehad. Verder dan niets te klagen? Jawel hoor, maar dan praat je over dingen die er alleen toe doen als je deze auto voor enkele dagen mag lenen, hoe fijn dat ook is. Behoor je tot de gelukkigen die daadwerkelijk tot aanschaf over kunnen gaan, zul je vast niet zo’n probleem maken van het verbruik van ongeveer 1 op 5, dat ik mocht noteren. Ook zul je er dan niet moeilijk over doen dat er achterin zelfs geen ruimte voor een kleuter is. Daar heb je dan ongetwijfeld nog een andere auto voor en misschien zelfs wel een hele rij.
Hoewel ik zelden zoveel benzinebonnetjes heb verzameld als tijdens deze test – ‘Dag meneer, bent u daar alweer?’ – ben ik dat over een jaar vast vergeten. Wat ik me dan nog wel zal herinneren is dat deze auto uitblinkt op alle vlakken. De waanzinnige V12, de kleefkracht van de gigantische 315 mm brede achterbanden en de belachelijk snelle koerswijzigingen die mogelijk zijn, alles aan deze auto gaat je ‘onder de huid zitten’. Als ik de Ferrari uiteindelijk weer bij Kroymans het terrein op rijd, weet ik dat het wel eens lang kan gaan duren voordat ik weer zo’n kick krijg. Gelukkig hebben we de foto’s nog. Tot nu toe nog geen enkele van het CJIB.
Ferrari 812 Superfast
Motor • 6.496 cc V12, 48V, 800 pk/588 kW@8.500 tpm, 718 Nm@7.000 tpm.
Transmissie • 7-traps automaat, dubbele koppeling, achterw.aandr.
L x B x H • 466 x 197 x 128 cm.
Banden • 275/35R20 voor, 315/35R20 achter.
Gewicht • 1.525 kg.
Tank • 92 l.
Top • 340 km/u.
0-100 km/u • 2,9 sec.
Verbruik • 14,9 l/100 km (wltp)
Prijs vanaf • € 405.475 (2019)
Bron: CorsaItalia Magazine #33