Het is 1917. De Argentijnse coureur Adolfo Scandroglio is nog een jonge vent en gezond jaloers op Sir Ernest Eldridge die in het bezit is van Fiats recordauto, de Mefistofele met een 21,7 liter zescilinder die afkomstig was uit een vliegtuig. Deze Fiat wist enkele jaren later, in 1924, zelfs een wereldrecord van 234 km/u op naam te zetten. Het laatste snelheidsrecord op de openbare weg. Maar ja, de Mefistofele was niet te koop.
En dus besloot Scandroglio zelf maar een dergelijk apparaat te bouwen. Hij wist de hand te leggen op een 21,7 liter Fiat motor met zes cilinders (van ieder 3,6 liter!) die dienst had gedaan tijdens tijdens de 1e Wereldoorlog. De motor was gemonteerd geweest in verschillende vliegtuigen en werd nu dus ‘gebombardeerd’ tot krachtbron voor een auto. Een motor die zijn tijd overigens behoorlijk vooruit was met vier kleppen per cilinder, bovenliggende nokkenassen en ‘dry sump’. Is het massieve blok ‘gevechtsklaar’ dan levert de motor 320 pk bij ongeveer 1.800 tpm. Inderdaad, achttienhonderd toeren! Bij 100 kilometer per uur draait de zescilinder dan ook maar 800 toeren per minuut.
Scandroglio bouwde een auto om vliegtuigmotor heen waarbij het allemaal een beetje ‘low-cost’ moest gebeuren. Een versnellingsbak was niet aanwezig en, zorgwekkender, remmen stonden ook niet op de agenda. Stoppen? Niet aan de orde! Het weerhield Scandroglio er echter niet van om met het apparaat te racen. En hard ook. Als veiligheidssysteem werd er een haak gemonteerd aan de voorzijde die zijn in de afrastering naast de weg zou moeten vastgrijpen om een crash te voorkomen. Inderdaad, even andere koek dan het bekroonde City Brake Control systeem van Fiat. Dat ‘remanker’ remmen was aardig verzonnen, in de praktijk werkte het helaas niet en Scandroglio kwam om het leven bij een ongeluk tijdens het racen met de Botafogo Special. De auto verdween van de kaart en niemand had nog enig idee wat er met de auto was gebeurd na het ongeluk. Tot de jaren ’90. Pur Sang, een Argentijns bedrijf dat exacte replica’s bouwt van auto’s als de Bugatti Type 35 en Alfa Romeo 8C 2300, kwam de auto tegen en bouwde hem compleet nieuw op, met de originele motor. Omdat de heren van Pur Sang niet op dezelfde manier wilden eindigen als Scandroglio werd er een versnellingsbak uit een oude Mercedes-Benz gemonteerd en kwamen er aan de achterkant twee trommelremmen. Nog geen overdreven grote remreserve, maar beter dan een haak.
Voor er gereden kan worden, moet er eerst het nodige gedaan worden. De benzine moet door middel van een handmatige pomp op druk worden gebracht, de kleppen moeten vóór het starten geolied worden en er moet wat benzine in de carburateurs gepompt worden. Dan kun je eindelijk van start gaan. Hoe dat gaat? Dat laat Jay Leno in deze heerlijke video zien. Prachtig!
