We hoeven niet bang te zijn dat we over twintig, dertig jaar geen nieuwe Ferrari meer kunnen kopen die op ‘ouderwetse’ brandstof rijdt. Dat zegt CEO Louis Camilleri tijdens de presentatie van de derde kwartaalcijfers. Overigens zijn die cijfers nog eens erg positief ook.
Camilleri sluit niet uit dat er een volledig elektrische auto komt, hij doelt met zijn uitspraak over het gehele wagenpark. Het is ook niet dat het even onduidelijk tussen neus en lippen door gemeld wordt, Camilleri is er meer dan duidelijk over: “However, my own sense is that, you know, to sort of say 100 percent electric, that’s pushing things. I really don’t see Ferrari ever being at 100 percent EV and certainly not in my lifetime will reach even 50 percent.“
Kortom: 100 procent elektrisch wordt het merk nooit, volgens de CEO, en in zijn leven zal het zelfs de 50 procent niet halen.
Met de SF90 heeft Ferrari de eerste Plug-in in het assortiment, met de Purosangue kan ook de eerste volledig elektrische Ferrari wel eens een feit worden. Regeltechnisch moet er natuurlijk een beetje gecompenseerd worden. Ferrari lijkt best te willen compenseren maar nooit te gaan overstappen. Dat stemt ons gelukkig.
Ferrari zal zelf overigens ook niet erg ongelukkig zijn. Waar Corona extreem veel roet in het eten gooide qua verkopen, lijkt het merk de cijfers weer aardig recht te trekken. Het totaal aantal verkochte auto’s in het derde kwartaal kwam uit op 2.313 stuks, ‘slechts’ 6,5% minder dan een jaar eerder. Het kwartaal er voor was er nog bijna een halvering te zien. Met een omzet van €888 miljoen was er een daling van 3% te zien. Daardoor bleef er nog altijd een netto winst van €171 miljoen over en dat is, jawel, € 2 miljoen meer dan vorig jaar in dezelfde periode.