Lang voor de Verstappens en zelfs nog bijna een decennium eerder dan Jan Lammers leek de jonge Zandvoorter Wim Loos de sprong te gaan maken naar de top van de autosport. Voor het zover kon komen, stierf het grote talent tijdens de 24 uur van Spa-Francorchamps in 1967. Zijn mythe in beperkte kring dankt hij vooral aan zijn relatie met één auto: de Alfa Romeo GTA van Team Slotemaker.
Dat team is Rob Slotemaker niet uit luxe begonnen, maar op de lentedag dat hij zijn eerste raceauto’s krijgt geleverd, voelt de slipschooleigenaar zich even heel erg rijk. Wanneer de Italiaanse monteurs van preparateur Carlo Facetti ze van de trailer rijden, heeft Sloot een glimlach van oor tot oor. Hij wil graag iets aardigs tegen de mannen zeggen. Maar hoe doe je dat wanneer zij behalve hun moedertaal alleen Frans spreken en jij eigenlijk niet?
Een nog jonge Hans Hugenholtz junior is er met zijn vader bij en hoort Slotemaker tegen de monteurs zeggen dat het toch ‘criminelle is’ zo mooi als de GTA’s zijn. Misdadig mooi. In het Nederlands kan het prima. Maar de Italianen krijgen er een heel andere associatie bij. Zij misdadigers? Maffiosi? De spraakverwarring eindigt zonder bloedvergieten en met twee prachtige Italiaanse raceauto’s op de stoep bij de slipschool.
Zoals de BMW 1800 TISA geldt als de auto die je in 1965 moet hebben, zo is de GTA dat een jaar later. Gepresenteerd op de AutoRAI van ‘65 gaat deze homologatiespecial een stap verder dan wat de mannen in München bouwden. Onder leiding van ex-Ferrari teammanager Carlo Chiti krijgt de Alfa 1600 GT een lichtere body van aluminium. Vandaar de naam: Gran Turismo Alleggerita wat in het Italiaans lichter gemaakt betekent.
Ook de lichtmetalen viercilinder neemt Alfa Romeo onder handen. De GTA krijgt grotere 45 millimeter carburateurs van Weber en veel onderdelen van magnesium zoals het kleppendeksel en de carterpan. In racetrim produceert het blokje zo’n 170 pk wat bij een gewicht van slechts 740 kilo voor hele goede prestaties zorgt.
De GTA komt in twee specificaties: Strada en Corsa. Waarbij de laatste verder is uitgekleed voor een lager gewicht. Het zijn twee GTA’s in Corsa-uitvoering die Rob Slotemaker in het voorjaar van ‘66 koopt. Hij kan de deal rondmaken dankzij steun van Esso. Slotemaker weet precies wat hij krijgt. In augustus 1965 komt hij voor het Italiaanse Jolly Club op Zandvoort aan de start met een GTA tijdens de race voor het Europees toerwagenkampioenschap. De slipschooleigenaar scoort een nette vierde plek algemeen en derde in zijn klasse in het sterke deelnemersveld.
De auto’s zijn geprepareerd door Carlo Facetti, een bekende coureur en tuner die goede banden heeft met Autodelta, de raceafdeling van Alfa. Het gaat om de GTA’s met de chassisnummers AR 613486 en AR613099. Het eerste is dat van de auto waarmee Loos rijdt, ook herkenbaar aan het kenteken Roma 854273. De GTA van Loos wordt in juli 1965 op kenteken gezet, de Slotemaker GTA krijgt in januari ‘66 in het bij Milaan gelegen Novara het nummerbord NO 122421. Over de Italiaanse historie van Loos zijn auto is weinig bekend. Die van zijn mentor rijdt een paar races in Italië met Guido Rava aan het stuur, onder andere de vier uur van Monza. Beide gaan in mei op transport naar Nederland.
Wie met welke auto rijdt, wil volgens meervoudig Nederlands toerwagenkampioen Hans Deen nog weleens wisselen. In het kampioenschap zijn Wim en Rob op Nico Chiotakis van het Stichts Racing Team na eigenlijk elkaars enige echte concurrenten. De competitie tussen leerling en meester gaat ook door na de races. Aan de lunchtafel op de slipschool bijvoorbeeld roept Slotemaker regelmatig dat Wim wint omdat hij nu eenmaal de betere van de twee auto’s heeft. Waarop Loos zegt dat hij het prima vindt als Rob met zijn auto start. Waarna inderdaad de startnummers worden omgewisseld. De resultaten van het jonge talent worden er niet minder op.
Wim wint de wedstrijd in het voorprogramma van de Grand Prix op de zaterdag, de Trophy of the Dunes en de race op het vliegveldcircuit Welschap. Daarnaast scoort Loos tweede plekken bij de Pinksterraces en bij de heuvelklim in Vaals. Omdat Slotemaker bij die twee evenementen niet rijdt vanwege verplichtingen in het buitenland en een overwinning minder heeft, wordt Loos afgetekend kampioen.
De GTA en Wim Loos zijn een perfecte combinatie. Het jonge talent rijdt hem volgens collega Hans Deen in de stijl die perfect past in de laten jaren zestig; dwars, maar niet te. Loos is geen showboot zoals Rob Slotemaker. Daarom ook kan hij zijn mentor goed de baas. Wie Loos in 1966 en 1967 heeft zien rijden in de wit-oranje Alfa herinnert zich pure magie. Niet alleen gewone toeschouwers zien het zo. Zelfs Ferrari-teammanager Franco Lini is dermate onder de indruk van wat hij ziet tijdens een race in het voorprogramma van de Grand Prix dat hij Loos een test aanbiedt in de herfst van ’67.
Het zal er niet van komen. Loos gaat in op een aanbod om de 24 uur van Spa in een standaard Bertone GTV 1600 te rijden met de Belg Jean-Pierre Ackermans als co-equipier. Op het oog is het dezelfde auto als waarmee hij op Zandvoort onverslaanbaar is. Maar onderhuids ontbeert de GTV het speciale onderstel, racebanden en veiligheidsvoorzieningen. Wanneer Loos ’s nachts waarschijnlijk schrikt van een gecrashte GTA gaat het vreselijk mis. Hij wordt uit zijn auto geslingerd en overlijdt korte tijd later.
Was Loos bij leven met de GTA al een bijzonder duo, na zijn begrafenis zal hij voor altijd in één adem met deze auto worden genoemd. Zijn familie en (race)vrienden brengen de doodskist op het dak van de Alfa Romeo naar de Zandvoortse begraafplaats. Op een steenworp afstand van waar hij maar een paar weken eerder betoverend driftend het circuit rondde.
Tekst: Olof van Joolen.
Bestel het boek nu ook in onze webshop: Wim Loos, de onvervulde belofte van een natuurtalent